Naar aanleiding van het rapport over het fokbeleid van de Sint Bernard zal BNNVARA Kassa vanavond in haar uitzending daar aandacht aan geven.
Meer informatie treft u hier aan: https://kassa.bnnvara.nl/nieuws/zaterdag-in-kassa-epilepsie-bij-sint-bernardshonden-hoe-zit-dat

De redactie heeft de Raad benaderd met een aantal vragen. De beantwoording daarvan treft u hierbij aan.



1) In hoeverre was de Raad van Beheer op de hoogte van de in het rapport beschreven problemen rond St. Bernard honden en epilepsie?

De Raad van Beheer heeft kennis genomen van het rapport. Wij weten hoe groot de impact is van een aandoening als epilepsie bij honden. In de eerste plaats is het voor het welzijn van de honden zelf verschrikkelijk. Daarnaast is het ook voor de eigenaren van honden met epilepsie enorm emotioneel om je honden zo te zien lijden. 

De Raad van Beheer was vooraf niet op de hoogte gebracht van de inhoud en de samenstelling van het rapport door Dier en Recht.

Bij de Raad van Beheer zijn meer dan 200 rasverenigingen aangesloten. Rasspecifiek fokbeleid wordt opgesteld door de rasverenigingen die lid zijn bij de Raad van Beheer. De Raad van Beheer registreert de resultaten van een aantal gezondheidsonderzoeken voor honden zoals onder andere heupdysplasie, elleboogdysplasie en oogonderzoeken. De Raad van Beheer is niet op de hoogte van alle individuele gezondheidsproblemen bij iedere afzonderlijke hond. Wel is de Raad van Beheer voortdurend in overleg met verenigingen over hun gezondheidsbeleid en ondernemen wij gezamenlijk actie als dat nodig is voor de verbetering en het welzijn van het ras. 

2) Welke actie heeft de Raad van Beheer genomen naar aanleiding van de informatie die een eigenaar heeft verstrekt?

Wij hebben naar aanleiding van het gesprek met een bezorgde eigenaar, in het kader van hoor en wederhoor, contact opgenomen met de rasvereniging. Wij hebben navraag gedaan welke maatregelen de rasvereniging heeft genomen omtrent het beleid van epilepsie.

Deze informatie is gedeeld met de betrokken rasvereniging die ons gemotiveerd heeft aangegeven waarom de leden tot een bepaald fokbeleid besloten hebben. De vereniging heeft een behoorlijk aantal regels met betrekking tot het fokken van de Sint Bernard. Ook stellen zij een aantal onderzoeken verplicht. Zo mag niet gefokt worden met lijders van epilepsie. Dat is niet alleen een verenigingsregel maar ook een regel die door de Raad van Beheer is opgenomen in haar reglement. 

Dragers zijn nog niet uitgesloten van de fokkerij omdat vooralsnog niet bewezen kan worden of een hond drager dan wel lijder is. Internationale onderzoeken die het gen moeten lokaliseren dat verantwoordelijk is of een hond lijder, drager danwel vrij is, hebben namelijk helaas nog niet tot resultaat geleid. De rasvereniging werkt zowel financieel als inhoudelijk intensief mee aan het verkrijgen van voldoende testmateriaal voor dit onderzoek.
Via een internationale samenwerking tussen de rasverenigingen binnen Europa en met ondersteuning van de universiteit van Hannover, wordt gezocht naar het gen dat epilepsie veroorzaakt bij de Sint Bernard. Daarnaast is er nog een Amerikaans onderzoek gaande dat ook nog niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Het geeft aan hoe moeilijk het is om het verantwoordelijke gen te lokaliseren. Voor de goede orde geven wij aan dat volgens ons reglement het verboden is om te fokken met zieke honden. 

3) Klopt het dat bij de Raad van Beheer bekend was dat de hond Nikan van het Borgerbos zeer waarschijnlijk drager is van epilepsiegenen?

Dat was ons niet bekend.

4) Hoe kan het dat de hond Nikan van het Borgerbos Nederlands Kampioen wordt in een wedstrijd waarbij de Raad van Beheer betrokken is terwijl bekend is bij de Raad van Beheer dat deze hond zeer waarschijnlijk drager is van epilepsiegenen? Is dit niet diskwalificerend? Is het met deze kennis niet gek om deze hond als toonbeeld voor het ras aan te wijzen?

Een tentoonstelling is een competitie waarbij de honden worden beoordeeld op uiterlijk, gangwerk en gedrag. In totaal: fit for function. Alleen uiterlijk waarneembare aandoeningen kunnen leiden tot diskwalificatie. Het is een algemene internationale regel dat keurmeesters waar zij ook ter wereld keuren, geen kennis mogen nemen van de naam van de hond, de eigenaar en zijn behaalde show, gezondheid en werkresultaten. Onbekendheid met de voorgeschiedenis van de hond voorkomt subjectieve beoordeling. Een keurmeester let tijdens zijn keuring niet alleen op het uiterlijk maar – zeker bij een ras als de Sint Bernard – ook op de beweging en het gedrag van de hond. 

5) Doet de Hollandse Sint Bernard Club voldoende om epilepsie in het ras tegen te gaan?

In overleg met de wetenschappers die nauw betrokken zijn bij de Raad van Beheer hebben wij navraag gedaan naar het actuele beleid met betrekking tot epilepsie bij de Sint Bernard. Aan ons is medegedeeld dat de club ter goeder trouw heeft gehandeld. Met de huidige inzichten met betrekking tot epilepsie en de vererving is een stringenter fokbeleid nodig . Wij zijn hierover met de beide verenigingen die de belangen van het ras behartigen in overleg. Daarbij zal de nadruk liggen op nog diepgaandere fokregels met betrekking tot het fokken met vermeende / verdachte dragers van epilepsie. Ook worden gezamenlijk regels ontwikkeld waaraan alle Sint Bernards met stamboom moeten voldoen, ook die buiten de rasverenigingen om gefokt worden. De vereniging blijft zich inzetten voor het onderzoek naar het gen dat verantwoordelijk is voor deze ziekte. Voorts heeft de vereniging aangegeven dat zij alle dierenartsen op heel korte termijn zullen informeren over deze problematiek binnen het ras en dat zij de dierenartsen aansporen om gegevens over Sint Bernards waarbij epilepsie geconstateerd wordt, te delen met de rasverenigingen en/of de Raad van Beheer. Tot slot zal het bestuur van de rasvereniging in de juni vergadering van de Internationale overkoepeling voor Sint Bernard-verenigingen in de wereld, het probleem aan de orde stellen en vragen om gezamenlijk nog meer actie te ondernemen.

6) Draagt de Raad van Beheer enige verantwoordelijkheid voor de gezondheid van rassen doordat de stambomen voor honden van aangesloten rasverenigingen door de Raad van Beheer worden uitgegeven? En hoe ligt deze verantwoording in verhouding tot die van de rasvereniging en fokkers?

De Raad van Beheer kent algemene regels, controles en voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat de Raad van Beheer overgaat tot stamboomafgifte. Deze regels staan in het Kynologisch Reglement en alle fokkers van stamboomhonden moeten zich daar aan houden. In het reglement lees je bijvoorbeeld dat een teef niet gedekt mag worden door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar zoon of haar kleinzoon. Doet een fokker dat wel, dan geeft de Raad van Beheer geen stambomen af voor de pups die uit die combinatie voortkomen. Wij controleren elk nest stamboompups. Bij de nestcontrole moet de moederhond altijd aanwezig zijn. Niet alleen als het nest geboren is, kijken we hoe de fokker zijn honden houdt. Wij doen dit ook tussendoor. De Raad van Beheer neemt bij alle stamboompups DNA af. Het DNA wordt opgestuurd naar een laboratorium, waar voor iedere pup een DNA-profiel wordt vastgesteld. De DNA-profielen van de ouders worden vervolgens vergeleken met de DNA-profielen van de pups om te bepalen of de afstamming klopt. Deze afstammingscontrole is verplicht voor alle stamboompups. Op de stamboom staat vermeld dat de afstamming van de pup gecontroleerd en correct is: we noemen dat 'geverifieerd door middel van DNA'. Ook wordt dit DNA opgeslagen om te gebruiken voor mogelijke toekomstige gezondheidsonderzoeken.

De algemene regels van de Raad gelden voor alle rassen. De rasverenigingen zijn zelf verantwoordelijk voor het fokbeleid voor hun ras(sen). Zij stellen daarvoor een verenigingsfokreglement op. 
Het voorbeeld dat nu aan de orde is, laat zien dat in deze structuur van het bepalen van een fokbeleid voor een ras verbetering mogelijk is voor de Raad van Beheer. We zullen meer dan ooit samen met de rasverenigingen het fokbeleid op moeten zetten, toetsen en daar stringenter op toezien. De Raad van Beheer gaat kijken welke maatregelen noodzakelijk zijn om dit in de toekomst beter te borgen.

Het is belangrijk om een goed fokbeleid samen te stellen waarbij fokdoelen geprioriteerd worden. Want behalve uitslagen van screeningsonderzoeken (denk hierbij aan onderzoek op afwijkingen aan de heupen (heupdysplasie) of de ogen) is het bijvoorbeeld ook van belang dat de ouders een stabiel karakter hebben.

De fokker blijft altijd eindverantwoordelijk voor de keuze in de ouderdieren en voor de geboren pups. Wij nemen onze verantwoordelijkheid bij de educatie en bewustwording van onze fokkers. Zo geven wij jaarlijks samen met veterinair specialisten tientallen lezingen over gezondheidsaspecten in de fokkerij. 

7) Zijn er verder punten in het rapport van Dier & Recht waar de Raad van Beheer op wil reageren? Waarop dan en wat is de reactie?

De Raad van Beheer werkt samen met de Universiteit Utrecht via het programma PetScan aan het vinden van problemen binnen bepaalde raspopulaties. 

Doordat dierenartsen op een onafhankelijke manier informatie verzamelen zal het mogelijk zijn om een probleem binnen een ras te herkennen. Vervolgens kan door gericht onderzoek gezocht worden naar de oorzaak. Een gericht fokbeleid moet er vervolgens voor zorgen dat de problemen afnemen, ook dit zal zichtbaar worden in PetScan.

Epilepsie is een zeer vervelende ziekte, waarbij de verantwoordelijk genen (of gen) bij de Sint Bernard nog niet bekend is, ondanks de twee grote internationale onderzoeken die op dit moment lopen. De Club heeft een oproep gedaan om vanuit Nederland mee te helpen met het onderzoek naar epilepsie bij de Sint Bernard. We hopen dat met het rapport en uw uitzending er meer mensen zullen meewerken aan het onderzoek. Wanneer het lukt om de mutatie te vinden en een genetische test te ontwikkelen kan er met gericht fokbeleid gezorgd worden dat er geen enkele Sint Bernard meer aan deze vorm van epilepsie hoeft te lijden.

Zoals aangegeven zullen wij samen met de veterinair specialist op zeer korte termijn in overleg gaan met de rasverenigingen over het fokbeleid om erop toe te zien dat dit zo snel mogelijk aangepast wordt naar de huidige inzichten. 
Andere rasverenigingen die met epilepsie in het ras te maken hadden, hebben hiervoor maatregelen getroffen die aangeven dat er niet gefokt mag worden ‘met van epilepsie verdachte afstamming’. Dit is een voorbeeld van concrete maatregelen die succesvol kunnen zijn in het terugdringen van deze vervelende ziekte. Dit zullen wij ook doorzetten naar de overige rasverenigingen waar dit probleem mogelijk een rol speelt.

Auteur: Raad van Beheer